Zonnebloem en pompoen prijsuitreiking.

Beste Leden,

Hierbij een bericht van de activiteitencommissie:

 

Tijdens de middag waarin we als vereniging de start van het tuinseizoen inluidden konden de kinderen zich opgeven voor een heuse zonnebloem wedstrijd. En ook aan de volwassenen was gedacht, zij konden meedoen met de pompoenwedstrijd.

Inmiddels zijn de zonnebloemen uitgebloeid en de pompoenen volgroeid.

24 augustus zijn 2 dames van de activiteitencommissie met een meetlat en pen en papier ons complex overgegaan op zoek naar de wedstrijdzonnebloemen (eenkoppige). Zij konden ze helaas niet allemaal vinden maar kwamen tot de volgende conclusie;

Uitslag zonnebloem wedstrijd:

1. Djordy, tuin 22 ;3.20 mtr 🌻

2. Robin, tuin 124; 3,19 mtr

3. Milan en Mateo, tuin 31; 3.07 mtr

4. Jason, tuin 102; 2.88 mtr

5. Ference tuin 23; 2,70 mtr

5. Nadina, Tayra en Adelina, tuin 120; 2.70mtr

6. Yfke, Froukje en Pepijn, tuin 41; 2.70 mtr

Voor de kinderen op de 1e, 2e en 3e plaats zal er a.s. Zondag tussen 14.00 en 15.00 uur een leuke prijs klaarliggen. Voor alle andere kinderen die mee hebben gedaan (dus ook de kinderen die zich wel hebben opgegeven maar niet hierboven vermeld staan) zal ook een kleinigheidje klaar liggen.

Dan de pompoenwedstrijd:

De zwaarste pompoen kwam uit tuin 74 en is van Justina en Marcel, hij weegt 24,9 kilo

Mijn pompoen was 22,2 kilo

 Verder waren er geen pompoenen om te wegen.

Ook de presentjes voor alle andere kinderen zijn niet opgehaald. 

 

Groeten vanuit de activiteiten commissie 

Sponsors bedankt!

Het leven van een bijenkoningin

De bijenkoningin, ook wel de moer genoemd, is waar het om draait in de bijenkast. Zonder koningin sterft het volk uit, want zij zorgt voor de eitjes (het broed). Laten we bij het begin beginnen.

Wie wordt de koningin

In een bijenkast zit soms een zogenaamde zwermcel (of moerdop). Dat is een grotere cel gevuld met koninginnegelei, waarin een larve uit zou kunnen groeien tot een koningin (zie foto). Het wordt een zwermcel genoemd omdat die (extra) koningin uit gaat vliegen. Dan ben je een deel van je volk kwijt. Daarom worden zulke cellen verwijderd, óf juist geoogst om in een andere kast te plaatsen waar de koningin dood gegaan is. De larve wordt daar dan gevoed en gekroond tot hun nieuwe koningin.

 Moerdop in de raat
Of een larve uitgroeit tot een werkster of koningin hangt af van het voedsel dat de larve de eerste zes dagen van zijn leven krijgt. De eerste drie dagen krijgen alle larven speciaal voedsel, maar daarna krijgt alleen nog de larve die koningin moet worden deze speciale koninginnengelei. 

Bruidsvlucht

Wanneer er een koningin geboren is, gaat ze op bruidsvlucht. Ze paart in de eerste week van haar leven met zo’n 10 tot 20 darren in de lucht. Daarna gaat ze terug naar het volk waar ze is geboren. De darren sterven na de paring, maar de koningin kan 4 à 5 jaar oud worden. Zij hoeft niet meer te paren om eitjes te produceren.
Elke dag legt ze tot 2000 eitjes, ze heeft namelijk wel 120 tot 150 eileiders, terwijl een gewone bij er 15 heeft. Daarnaast is ze is ook de enige die bevruchte eitjes kan leggen. Ze beslist tijdens het leggen of het bevrucht moet zijn of niet. Uit bevruchte eitjes komen bijen en de onbevruchte eitjes worden darren.

Koningin (met witte stip) met hofstaat

Aan het werk

Na 16 dagen gaat de koningin over de raten te kruipen, omringd door een hofstaat, en haar eitjes in lege cellen leggen. Ze meet de cel met haar pootjes of er een darreneitje (die zijn groter) of een bijeneitje in gelegd moet worden. De eitjes worden verzorgd en na 3 dagen, als het larven zijn, gevoed door verzorgbijen.

Met 2000 eitjes per dag creëert ze in 3 weken een volk van ruim 40.000 bijen. Dat is nodig omdat een bij maar kort leeft in het ‘werk’seizoen (6 weken). Wanneer er geen nieuwe aanwas zou zijn, zou het uitsterven. In de winter is het rustiger voor de bijen, ze verzorgen de koningin en houden het volk op temperatuur.

Bijenlarven

Vijand

Er is ook een vijand voor de bijen waar imkers erg beducht voor zijn: de varroamijt. Deze mijten zijn minieme beestjes die zich in het broed vermeerderen en zich met de lichaamssappen van de larven voeden. Die zijn minder vitaal en vaak besmet met ziekten door de mijten. De imker helpt de bij om deze mijt te bestrijden en zo het volk sterk te houden.